‘Het laatste voorjaar van mijn kindertijd is koud en winderig. Het smaakt naar stof en ruikt naar pijnlijke breuken en verandering.’
Tove groeit op in een volkswijk in Kopenhagen. Ze voelt zich vaak eenzaam: ze heeft niets met de meisjes om haar heen en hun geroddel over jongens. Haar enige vriendin is de onbevreesde roodharige Ruth, met wie ze chocola uit winkels steelt. Maar ook dat wil Tove eigenlijk niet. Liever duikt ze in de paar boeken die ze van haar vader heeft gekregen, en schrijft ze versjes met de mysterieuze woorden die af en toe in haar opwellen.
Tove Ditlevsen (1917–1976) werd jarenlang gezien als een schrijver die niet in de literaire kringen van haar tijd paste; ze was een huisvrouw uit de arbeidersklasse met vier gestrande huwelijken en een sluimerende drugsverslaving, waar ze ook nog eens openhartig over schreef.
Hoe anders is dat nu: een nieuwe generatie van veelal jonge lezers herontdekt wereldwijd het oeuvre van Tove Ditlevsen. Ze wordt nu gezien als een van de grote literaire sterren van Denemarken. Haar rauwe en springlevende proza krijgt eindelijk de waardering die het verdient.
De Kopenhagen-trilogie is haar meest kenmerkende werk, waarvan het eerste deel nu voor het eerst in het Nederlands vertaald is. In Kindertijd beschrijft Ditlevsen hoe het is om op te groeien als buitenbeentje in het Kopenhagen van na de Eerste Wereldoorlog. Er brandt iets onbestemds, iets groots in haar. En ze weet dat ze op een dag moet ontsnappen uit de omgeving van haar kindertijd.
Kindertijd is het eerste deel uit de Kopenhagen-trilogie van Tove Ditlevsen. In Jeugd, het tweede deel, schrijft ze over de tienerjaren die voorafgaan aan haar eerste publicatie. Afhankelijkheid, het slotstuk, is een nietsontziend portret van een verslaving – en de weg daaruit.
‘Het laatste voorjaar van mijn kindertijd is koud en winderig. Het smaakt naar stof en ruikt naar pijnlijke breuken en verandering.’
Tove groeit op in een volkswijk in Kopenhagen. Ze voelt zich vaak eenzaam: ze heeft niets met de meisjes om haar heen en hun geroddel over jongens. Haar enige vriendin is de onbevreesde roodharige Ruth, met wie ze chocola uit winkels steelt. Maar ook dat wil Tove eigenlijk niet. Liever duikt ze in de paar boeken die ze van haar vader heeft gekregen, en schrijft ze versjes met de mysterieuze woorden die af en toe in haar opwellen.
Tove Ditlevsen (1917–1976) werd jarenlang gezien als een schrijver die niet in de literaire kringen van haar tijd paste; ze was een huisvrouw uit de arbeidersklasse met vier gestrande huwelijken en een sluimerende drugsverslaving, waar ze ook nog eens openhartig over schreef.
Hoe anders is dat nu: een nieuwe generatie van veelal jonge lezers herontdekt wereldwijd het oeuvre van Tove Ditlevsen. Ze wordt nu gezien als een van de grote literaire sterren van Denemarken. Haar rauwe en springlevende proza krijgt eindelijk de waardering die het verdient.
De Kopenhagen-trilogie is haar meest kenmerkende werk, waarvan het eerste deel nu voor het eerst in het Nederlands vertaald is. In Kindertijd beschrijft Ditlevsen hoe het is om op te groeien als buitenbeentje in het Kopenhagen van na de Eerste Wereldoorlog. Er brandt iets onbestemds, iets groots in haar. En ze weet dat ze op een dag moet ontsnappen uit de omgeving van haar kindertijd.
Taal | Nederlands |
Uitgever | Das Mag |
Publicatiedatum | 14-05-2020 |
Bindwijze | Paperback |
Afmetingen | 126x199x20 |