Voor Stefan Zweig (1881-1942) was Erasmus van Rotterdam (ca. 1466-1536) de eerste bewuste Europeaan, de eerste strijdbare voorvechter van de vrede, de meest welbespraakte advocaat van een humanistisch ideaal waarin ruimte bestaat voor uiteenlopende geestelijke stromingen. Daarnaast streed hij tevergeefs voor een rechtvaardiger, meer op wederzijds begrip berustende manier van denken. Er was maar één ding op aarde dat Erasmus werkelijk haatte als de tegenpool van gezond verstand: fanatisme.
Hypocrisie, corruptie en de verouderde riten van de katholieke kerk waren Erasmus zijn leven lang een doorn in het oog. Toch richtte hij zich op interne hervormingen in plaats van op luid protest. Door zijn kritiek op de theologie en de kerk werd hij een pionier van de Reformatie. Maar toen keurvorst Frederik hem zijn mening vroeg in het godsdienstgeschil tussen Luther en de paus, schrok de beroemdste en geleerdste man van zijn tijd terug voor de verantwoordelijkheid van een beslissing. Erasmus wilde juist zijn onafhankelijkheid behouden en boven de partijen staan.
Zweig publiceert zijn biografie over Erasmus in de jaren ’30 van de vorige eeuw, in een tijd waarin Europa geteisterd wordt door autoritaire demagogen. Kort daarna zal ook de oorlog uitbreken. Zweigs aanklacht tegen haat en fanatisme, samen met zijn boodschap voor tolerantie en menselijkheid, hebben niets aan actualiteit verloren.
Van Zweig verscheen eerder bij Marie Antoinette (Portret van een middelmatige vrouw), Maria Stuart, Joseph Fouché (Portret van een politicus), Aan de Europeanen van vandaag en morgen.
Taal | Nederlands |
Uitgever | Samenwerkende Uitgevers VOF |
Publicatiedatum | 30-11-2021 |
Bindwijze | Paperback |
Afmetingen | 37x215x137 |